donderdag 23 april 2015

Gespot: dikke trol met vetrol

Een week of wat geleden zat ik op de rand van mijn bed en schrok me te pletter. In de manshoge spiegel van mijn kledingkast zag ik de weerspiegeling van een dikke trol. Mijn buik bolde als een ballon op onder mijn slaapshirt, mijn zware boezem hing troosteloos naar beneden en mijn benen leken op verse worsten.
Waar was het fout gegaan? Ik kwam elke dag buiten om een half uur gezond te bewegen – afwisselend fietsen of hardlopen. Ik pijnigde iedere avond mijn buikspieren met 200 crunches, ik telde trouw elke calorie die mijn lippen passeerde en ik was altijd heel streng met koek/snoep/gebak.
Maar de spiegel dacht daar anders over en liet een te vet lijf zien. Mijn buik zat me voor het eerst sinds mijn zwangerschappen letterlijk in de weg...
Tijd voor een drastische verandering. Ik zocht de website van Modifast erbij en zat al bijna op de fiets naar het Kruidvat voor een paar ‘heerlijke’ shakes en repen, toen mijn oog op een detail viel. 'In week twee mag je een stukje fruit of rauwkost (jippie) en in week drie mag je weer lichte maaltijden nuttigen'… laat zien!
Tot mijn verbazing kwam mijn normale eetlijstje in beeld toen ik doorklikte naar een van de voorbeeldmenu’s. Sterker, van Modifast mocht ik meer eten dan ik nu deed – dat werkt natuurlijk averechts…
Ontmoedigd zocht ik verder op ‘afvallen’ en kwam bij het Voedingscentrum uit. Ook zij gaven een voorbeeldmenu en het kwartje viel: je moet van alle voedingsstoffen genoeg innemen om in balans te zijn. Eerst tekorten aanvullen en dan ga je afvallen… geloof het zelf!
Maar misschien hadden ze toch gelijk, de deskundigen. Ik had in de loop der jaren zo mijn eigen ‘dieet’ samengesteld en at altijd hetzelfde eenzijdige riedeltje. Een half bakje yoghurt voor het ontbijt, hongeren tot mijn eerste bak koffie, knarsetanden tot de lunch van twee karige boterhammen en dan maar hopen dat ik om 4 uur geen vreetbui kreeg. Om me daarvoor te belonen begon ik tijdens het koken al vast aan een glaasje wijn, bij mijn eten schonk ik dat bij en na afloop nog even een kontje toe… Al met al draaide ik er aardig wat flessen Cabernet Sauvignon door en die kwam ik in de lijstjes van Modifast en Voedingscentrum niet tegen...

Ik heb diezelfde dag nog mijn eetpatroon drastisch omgegooid. Ik start nu ’s morgens braaf met een verantwoord ontbijt, tijdens de lunch knaag ik me door een berg rauwkost heen en ’s avonds neem ik veel groente en weinig vlees. Oh ja, ik heb mijn 350 cc wijnglas ingeruild voor een portglaasje en uiteraard blijf ik sporten.
En wonder oh wonder, na 5 weken begint het vet te slinken. Mijn gezicht, hals en boezem zijn niet meer zo opgeblazen, het vet op mijn rug en armen is weg en mijn benen steken weer royaal in mijn vertrouwde jeans. Nu die buik nog…

© Monique Hordijk 23-04-2015

maandag 13 april 2015

No Kidding held

Ik zag een reclamespotje van No Kidding Stop Kindermishandeling! op tv en ik was diep geroerd. Ja, ik wil ook een No Kidding held zijn!
Op hun website zag ik dat ze als organisatie geen directe hulpverlening bieden, maar dat ze zich meer bezighouden op het vlak van bewustwording en aandacht voor kindermishandeling. Hun motto: iedere omstander kan iets betekenen voor een kind dat wordt mishandeld. Ik zocht verder en even later vond ik een officiële vacature voor vrijwilligers die bezoeken tussen ouder(s) en kind willen begeleiden. Heftig, maar zinvol – zou ik reageren?
Mijn kinderen waren minder enthousiast: ‘Mam, daar kan jij helemaal niet tegen.’
Toegegeven, ik ben erg gevoelig en mijn emoties zijn vaker, heftiger en langer uit balans dan bij een ander. Maar juist daardoor voel ik de nood van een ander en wil ik helpen.
Ik kan me een voorval herinneren waarin naast me in een restaurant een kind werd afgebekt, afgezeikt en afgekraakt door zijn (vermoedelijke) vader. Pa zat om 11.00 uur aan het bier en broertje en zusje dronken ineengedoken van hun cola. Het jongetje vroeg schuchter om het bierdopje omdat hij deze spaarde, en dat veroorzaakte een immense tirade van pa. Het hele restaurant keek beschaamd toe, blikken werden gewisseld, mijn kinderen krompen ineen, maar niemand deed wat.
Pa ging lustig door met zijn scheldgeweld en liet geen spaan heel van het jongetje. Ik was woest, maar durfde de confrontatie met hem niet aan te gaan. Niets doen was ook geen optie…
In een opwelling pakte ik toen de dopjes van onze flesjes en liep ik met knikkende knieën naar het kind. Ik negeerde pa, sloeg een arm om de jongen, legde de dopjes voor hem neer en zei zacht in zijn oor: ‘Je bent een goed kind. Niet vergeten, je bent een goed kind!’
We vertrokken gehaast en buiten heb ik staan huilen. Het voorval heeft me nog weken bezig gehouden en nu weer giert de frustratie door mijn lijf.
Ik ben geen held, no kidding, maar ik hoop alleen dat ik toen íets heb kunnen doen voor dat kind. 

© Monique Hordijk 13-04-2015


Levensmoe

‘Hi mam.’
Haar moeder reageerde nauwelijks op de begroeting. Ze richtte slechts haar hoofd iets op, een doffe blik in haar ogen. Haar gezicht was opgeblazen, alsof ze vocht vast hield. De huid dik, bleek en zacht  als gerezen deeg. 
‘Hoe voel je je?’ Ze ging naast haar moeder zitten en omsloot de magere hand met haar eigen warme handen. De knokige vingers waren verdikt bij de gewrichten, de aders vormden blauwe koorden onder de perkamenten huid. 
Haar moeder sloeg mismoedig haar ogen neer. Ze antwoordde niet maar slaakte slechts een zucht en maakte een minuscuul gebaar met haar hoofd. Ze was het stadium van frustratie, opstandigheid en verdriet voorbij. Haar moeder zat te wachten op de dood. 
‘Liever vandaag nog dan morgen,' grapte ze als ze de moed had. Maar het was alles behalve een grap. Ze was niet ziek of terminaal, gelukkig – of juist niet? Haar moeder was levensmoe. Omstanders begrepen er niks van: ze heeft jou, haar kleinkinderen, ze is helder van geest... wat wil een mens nog meer?
Veel, haar moeder wilde nog veel meer. Weg met de pijn, de ongemakken, de gêne en het verraad van een lichaam dat langzaam uiteen valt. Ze wilde energie voor actie, moed voor inspanning en lust voor een beetje leven. Maar het vuur in haar hart was gedoofd, haar enthousiasme weggesijpeld en opgedroogd – net als haar levenssappen. Inwendig was haar moeder al gestorven. 
De discussie over het recht op hulp bij zelfdoding was die week in alle hevigheid losgebarsten. Ze moest er niet aan denken om haar moeder te verliezen, maar hoe zelfzuchtig was dat? Kon je dit nog een menswaardig leven noemen? Wat ís kwaliteit van leven op deze leeftijd, wat is humáán? Ze had er slapeloze nachten van – en haar moeder ook. De verpleeghuisarts wilde geen actie ondernemen, maar levensbeëindiging was de enige actie waar haar moeder nog warm voor liep. 
‘Heb je nog wat gehoord van dokter V.?’
‘Nee mam…’ Ze kuste de koude, broze hand en legde deze behoedzaam tegen haar wang.  
Haar moeder boog iets opzij totdat hun hoofden elkaar raaketen. ‘Het komt goed, schat.’ 
‘I know’.

© Monique Hordijk 13-04-2015