donderdag 9 juli 2015

Examenpaniek en toets-stress


Ergens is er iets fundamenteels fout gegaan in mijn vroege jeugd. School-gaan was als kind een martelgang. Ik weet niet beter of ik had na elke vakantie buikpijn als ik weer naar school moest. Op zondagavond klampte ik me vast aan het laatste stukje appeltaart of cake dat mijn moeder elke weekend bakte. Maar ja, daarna kwam dan onvermijdelijk die maandag...
In de eerste kleuterklas had ik een juf die mij veel ouder en slimmer schatte dan mijn vier jaar. Zij vond dat ik makkelijk een bepaalde puzzel van de Fabeltjeskrant kon maken. Zo’n tig-stukjes ellende ding waarvan de helft zich in de donkere aarde afspeelde met Momfer de Mol. Dat kon ik dus niet en ik ben letterlijk ziek geweest van ellende – want het moest van de juf. Mijn moeder heeft deze angst voor de puzzel en de juf met veel geduld uit me losgepeuterd. De lieverd spoedde zich naar de speelgoedwinkel en kocht de bewuste puzzel om thuis te oefenen.

Of het daar al fout is gegaan weet ik niet, maar proefwerken waren op de lagere school altijd buikpijnkwekers. Later op de HAVO werd dit minder, maar een lichte mate van faalangst is altijd blijven hangen – ook nu nog. Zodra er een toets, proefwerk of SO op de agenda van mijn kinderen verschijnt, trekt mijn maag ongewild een beetje samen en schiet ik gelijk in de controle-modus. Drie vragen dringen zich dan onvermijdelijke aan me op: wat moet er geleerd worden, wat hebben ‘we’ al in de vingers en wat moet nog stevig geoefend worden?
Misschien ben ik een overbezorgde moeder, een bemoeizuchtige bitch of gewoon een control freak? Misschien alle drie... Maar ik heb twee kids met een leerstoornis en ieder heeft zo zijn eigen begeleiding nodig om tot leren te komen. Door schade en schande weet ik als geen ander op welke knopjes ik bij hen moet drukken om leerstof te laten landen én vast te houden. Daar kan geen huiswerkbegeleiding tegen op. Aan de andere kant is het niet normaal dat ik met een knoop in mijn buik en zwetende handjes naast mijn zoon zit bij een wiskundeopgave. Ik ben bijna in tranen als ik zie hoe hij Q = -2 P3 even snel oplost. Yes, hij snapt het – ik dus niet...

Opgelucht maar beschaamd besef ik dat deze diepgewortelde angst wel heel bizar is. En dan bedoel ik niet die puzzelpaniek van toen of mijn onvermogen om wiskunde te begrijpen. Het gaat om dat algemene paniekgevoel bij schoolaangelegenheden. Waar komt toch die eeuwige drang vandaan om goed te presteren, goed te doen, doen wat hoort, wat die ander kan...? Die angst om fouten te maken, een onvoldoende te halen, te falen? Geen idee, maar het verklaart in ieder geval wel mijn plankenkoorts voor de proefwerkweek van mijn kids!

PS: Inmiddels heb ik de Fabeltjeskrant symbolisch opgezegd en me met de laatste toetsweek nauwelijks bemoeid. Resultaat: een relaxte moeder, tevreden kids en mooie cijfers!

© Monique Hordijk 09-07-2015